LEZING: Natte handelsoorlog: Noord-Hollandse marktsteden 1500-1800
Nog steeds overheerst het beeld van de door de Hollanders zo eensgezind tegen het water gevoerde strijd. Daarbij worden dan vaak de grote 17e-eeuwse droogmakerijen als de Beemster en de Schermer als lichtend voorbeeld aangehaald. De praktijk was echter totaal anders. Na bedijking van de Heerhugowaard dreigde er in 1625 zelfs een oorlogje tussen de marktsteden Alkmaar en Hoorn uit te breken.
Al deze strijd hing samen met de enorme betekenis van de zuivelmarkten voor het economisch leven van niet alleen Alkmaar en Hoorn, maar ook Purmerend. Ter bevordering van de bloei van die markten probeerde ieder stadsbestuur het netwerk van water- en landwegen zoveel mogelijk op de eigen belangen af te stemmen. Bij het verbeteren van de infrastructuur botsten de belangen van de verschillende marktsteden echter doorlopend. Een nieuwe sluis of vaart kon dan wel de ene stad beter bereikbaar maken, maar het risico was niet denkbeeldig dat dit ten koste van de drukte op de markten elders ging.
De klandizie van de honderden nieuwe en modern opgezette boerderijen in de Beemster, Schermer, Heerhugowaard en de andere grote droogmakerijen vormden voor ieder stad een aanlokkelijke prijs. Zij probeerden stuk voor stuk zoveel mogelijk boeren te “vangen”, waarbij ieder denkbaar middel -inclusief het aanrichten van vernielingen- werd ingezet.
Tijdens de lezing wordt de complete “natte” handelsoorlog om de beheersing van de vaarten, sluizen, overtomen en dijkwegen tussen Hoorn, Alkmaar en Purmerend aan de orde gesteld. We zullen zien hoe het Noord-Hollandse landschap aan het begin van de 17e eeuw door de landaanwinning razendsnel veranderde en hoe de kaasstad Alkmaar daar het meeste munt uit wist te slaan. Ook de opkomst van Purmerend als marktstad na de bedijking van de Beemster (1612), de Purmer (1622) en Wijde Wormer (1626) komt aan bod. Een en ander wordt toegelicht aan de hand van tientallen dia’s van historisch kaartenmateriaal en oude prenten.